Шрифт:
Закладка:
204
Bicker Caarten, Middeleeuwse watermolens, 180.
205
Nationaal Archief, Inspecteurs waterstaat vóór 1850 nr. 510, Table IV.
206
Keunen, ‘Historische ontwikkeling’, 575.
207
Van de Ven (ed.), Leefbaar laagland, 163 – 164, Lambert, Making Dutch landscape, 213 – 218, Forbes (ed.), Principal works Stevin, V, 14. Первые molengang во Фрисландии были установлены в 1620 г. близ Ставорена во время осушения Зёйдермер.
208
Keunen, ‘Historische ontwikkeling’, 375.
209
Visser, Zwaaiende wieken, 53 – 54, Keunen, ‘Historische ontwikkeling’, 375, Bicker Caarten, Zuid-Hollands molenboek, 53, Forbes (ed.), Principal works Stevin, V, 314 – 322, Smeaton, ‘An experimental enquiry’, 144, 147.
210
Nationaal Archief, Staten Generaal 12304 f. 252v – 253v, De Baar, ‘Hulsebos’, 43 – 44, 46.
211
De Baar, ‘Hulsebos’, 48 – 53, Keunen, ‘Poldermolens’, 32 – 33.
212
Nationaal Archief, Inspecteurs waterstaat vóór 1850 nr. 510 Table I.
213
Van der Veen, Groninger molenboek, 28.
214
Fries molenboek, 17 – 18.
215
Nationaal Archief, Staten van Holland nr. 1696 patent 26 January 1742, nr. 1719 patent 11 May 1759, Hartsinck, Beschryving schep-schijf, esp. pp. 5, 19 – 22, 30.
216
Doorman (ed.), Octrooien, 311, nr. H 243 (patent Staten van Holland May 1755), 314 nr. H 258 (patent Staten van Holland May 1775), Belonje, De Heer Hugowaard, 35 – 36.
217
Nationaal Archief, Staten van Holland nr. 1722 patent 4 December 1761, Groenewegen, Verhandeling tregtermolen, 33 – 36.
218
George Eckhardt, Beschouwende vergelijking, St. A Amsterdam PA 5040 no. 665 H Berigt van den Heer Dijkgraaf en heemraden van de Droogmakery van Bleiswijk en Hillegersberg 22 Herfstmaand 1810; Doorman (ed.), Octrooien, 265 – 266 nr. G 568 patent States General 29 October 1771, Thurkow, ‘Droogmakerij Bleiswijk’.
219
Van der Pols, ‘Introductie stoommachine’, 185 – 187.
220
Doorman (ed.), Octrooien, 315 – 316, nr. H 260 patent October 1776, 268, nr. G 570 patent 4 December 1776, Van der Pols, ‘Introductie stoommachine’, 188, Bicker, ‘Historie’, 20 – 24, 28, Nationaal Archief, Inspecteurs waterstaat vóór 1850 nr. 142 (16), UB Amsterdam Hs. XII E 30 (a) Beschrijving van de nieuwe stoommachine uytgevonden door W. Blakkeij.
221
Lambertus Bicker, ‘Historie’, Nieuwe verhandelingen van het Bataafsch Genootschap der Proefondervindelyke Wijsbegeerte, I (1800), 1 – 132, pp. 25 – 28.
222
Bicker, ‘Historie’, 27; Rinze Lieuwe Brouwer, ‘Derde antwoord op de vraag: Welke is het beste middel of werk-tuig, aan eene stoom– of vuur-machine gevoegd, bekwaam is om… op te brengen, eene hoeveelheid waters…?’, Nieuwe verhandelingen Bataafsch Genootschap, I (1800), 179 – 210.
223
Bicker, ‘Historie’, 36 – 73. Местоположение этой паровой машины было недавно установлено археологическим департаментом Роттердама; см.: Boornieuws, 1 (2003), 3.
224
Bicker, ‘Historie’, 76 – 130.
225
Bicker Caarten, Middeleeuwse watermolens, 118 – 124, Forbes (ed.), Principal works Stevin, V, 13 – 14, Vanden Hoek Ostende, ‘Stadsvuilwatermolens’, passim, Van Tielhof and Van Dam, Waterstaat in stedenland, 159 – 164, Vander Pauw, Verhaal, passim, GA Rotterdam OSA 499 f. 209 – 254 Besteck ende voorwaerden… acht-kante windwatermolens (1701). Cf. also Faber, Diederiks and Hart, ‘Urbanisering’.
226
Ibelings, ‘Turfwinning’, Van Dam, Vissen in veenmeren, 89 – 90.
227
Renes, ‘Slagturven’, 6 – 7, Diepeveen, Vervening, 31 – 37, Ibelings, ‘Begin slagturven’, 1, 8.
228
Priester, Geschiedenis Zpeeuwse landbouw, 45, idem, Landbouw Groningen, 273 – 275.
229
Boyer, ‘Resistance’, 56 – 57, Stol, ‘Strijd’, 92 – 93.
230
Boyer, ‘Resistance’, 57, Janse, Bouwen en bouwers, 110, Van Dam, ‘Spuien en heien’, 36 – 38.
231
Van Dillen (ed.), Bronnen, I, 207 – 208 nr. 358, наставление по найму сваебойщиков, 11 December 1550.
232
Stol, ‘Strijd’, 92, Van Dillen (ed.), Bronnen, II, 357 nr. 605 attestation 18 March 1620.
233
Boyer, ‘Resistance’, 58 – 65.
234
Doorman (ed.), Octrooien, nrs. G 21, 236, 378, 472, 493, 514, 538, 571, H 115, 192, 233, 259.
235
Bardet, ‘Civiele techniek’, 130, Van Natrus et al., Groot volkomen moolenboek, XVII–XVIII, Van der Horst, Theatrum machinarum, XX–XXI.
236
Kingma, ‘Overtomen’, 51 – 63, Arends, Sluizen, 21 – 22, Unger, Dutch shipbuilding, 6.
237
Van Braam, Zaandam, 129 – 130, Kingma, ‘Overtomen’, 53 – 54.
238
Arends, Sluizen, 69 – 71, Stevin, Nieuwe maniere van Sterctebou.
239
De Vries, Barges, 17 – 18, Fuchs, Beurt en wagenveren, passim.
240
De Vries, Barges, 18 – 20, Lesger, ‘Intraregional trade’, 195 – 196.
241
De Vries, Barges, 21 – 34.
242
De Zeeuw, ‘Peat’, 5 – 6, Gerding, Vier eeuwen turf, 279 – 284.
243
Данные взяты из Приложения 9 в Gerding, Vier eeuwen turf, 447 – 448.
244
De Vries, Barges, 108, Gerding, Vier eeuwen turf, 281.
245
Wagenaar, Amsterdam, I, 45; cf. also Boschma-Aarnoudse, Verbeteringe van de neeringe, 292 – 299, esp. 298.
246
Vredeman de Vries, Architectura, вклейка 4 и