Schaïk, P. van, ‘De economische betekenis van de turfwinning in Nederland. Een historische verkenning’, Economisch-Historisch Jaarboek, 32 (1969) 141 – 205, 33 (1970) 186 – 235.

–, Van polderpeil en molenzeil 1764 – 1964 (Drachten 1974).

–, Christiaan Brunings 1736 – 1805. Waterstaat in opkomst (Zutphen 1984).

Scheffler, Wolfgang, Mühlenkultur in Schleswig-Holstein. Die Mühlen des Kresies Eckernförde und Nordfrieslands (Neumünster 1982).

Schepper, Hugo de, ‘Belgium nostrum’ 1500 – 1650. Over integratie en desintegratie van het Nederland (Antwerp 1987).

Schilling, H., Niederländische Exulanten im 16. Jahrhundert (Gütersloh 1972).

–, ‘Die Niederländische Exulanten des 16. Jahrhunderts. Ein Beitrag zum Typus der frühneuzeitlichen Konfessionsmigration’, Geschichte in Wissenschaft und Unterricht, 43 (1992) 67 – 79.

–, ‘Innovation through migration: the settlements of Calvinist Netherlanders in sixteenthand seventeenth-century Central and Western Europe’, Social History/Histoire sociale, 16 (1983) 7 – 33.

–, ‘Confessional migration and social change. The case of the Dutch refugees of the sixteenth century’, in: Paul Klep and Eddy van Cauwenberghe (eds.), Entrepreneurship and the transformation of the economy (10th – 20th centuries). Essays in honour of Herman Van der Wee (Leuven 1994) 321 – 333.

Schlugleit, D., Geschiedenis van het Antwerpse diamantslijpersambacht (1582–1797) (Antwerpen 1935).

Schmauderer, E., ‘J. R. Glaubers Einfluss auf die Frühformen der chemischen Technik’, Chemie-Ingenieur-Technik, 42 (1970) 687 – 696.

Schmookler, J., Invention and economic growth (Cambridge Mass. 1966).

Scholliers, E., ‘De eerste schade van de scheiding. De sociaal-economische conjunctuur 1585 – 1609’, in: «1585: Op gescheiden wegen…» Handelingen van het colloquium over de scheiding der Nederlanden, gehouden op 22 – 23 november 1985 te Brussel (Leuven 1988) 35 – 52.

Scholten, F. (ed.), Goudleer. Kinkarakawa. De geschiedenis van het Nederlands goudleer en zijn invloed in Japan (Zwolle 1989).

Schot, J. W., ‘De meekrapnijverheid: de ontwikkeling van de etchniek als een proces van variatie en selectie’, Jaarboek voor de Geschiedenis van Bedrijf en Techniek, 3 (1986) 43 – 62.

–, ‘Innoveren in Nederland’, in: H. W. Lintsen et al. (eds.), Techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800 – 1890, vol. 6 (Zutphen 1995) 217 – 240.

Schuddebeurs, H. G., Onderlinge brandverzekeringsinstellingen in Nederland van 1663 tot 1948 (Rotterdam 1948).

Schultz, E., Van zee tot land. Waterbeheersing van de Nederlandse droogmakerijen (Lelystad 1992).

Schumacher, B., Niederländische Ansiedlungen in Herzogtum Preussen zur Zeit Herzog Albrechts (1523–1568) (Leipzig 1903).

Schumacher, M., Auslandsreisen Deutscher Unter nehmer 1750 – 1851 under besonderer Berücksichtigung von Rheinland und Westfalen (Cologne 1968).

Schwarz, L. D., London in the age of industrialisation. Entrepreneurs, labour force and living conditions 1700 – 1850 (Cambridge 1992).

Schwarzwalder, H., Geschichte der Freien Hansestadt Bremen, vol. 1. Von den Anfängen bis zur Franzosenzeit (Bremen 1975).

Schweizer, W. F., ‘Spinnewielverbeteringen en organisatie van spinwerk in Nederland omstreeks 1800’, Textielhistorische Bijdragen, 3 (1961) 55 – 72.

Scoville, Warren C., ‘Minority migration and the diffusion of technology’, Journal of Economic History, 11 (1951) 347 – 360.

–, ‘The Huguenots and the diffusion of technology’, Journal of Political Economy, 50 (1952) 294 – 311, 392 – 411.

–, The persecution of the Huguenots and French economic development, 1680 – 1720 (Berkeley 1960).

Sella, D., Commerci e industrie a Venezia nel sec. 17 (Venice 1961).

–, Crisis and continuity. The economy of Spanish Lombardy in the 17th century (Cambridge 1979).

Sentin-Senden, L., ‘De aanleg van een uitwatering te Katwijk’, in: J. E. A. Boomgaard (ed.), De uitwateringssluizen van Katwijk 1404 – 1984 (Leiden 1984) 18 – 30.

Sigmond, Peter, Nederlandse zeehavens tussen 1500 en 1800 (Amsterdam 1989).

Silberstein, M., Erfindungsschutz und merkantilistische Gewerbeprivilegien (Wintherthur 1961).

Sillem, Wilhelm, ‘Zur Geschichte der Niederländer in Hamburg von die Ankunft bis zur Abschluß der Niederländischen Contracts 1605’, Zeitschrift für Hamburgischen Geschichte, 7 (1883) 481 – 598.

Simoês, J. M. dos Santos, Carreaux céramiques hollandaises en Portugal et en Espagne (The Hague 1959).

Simson, P., Geschichte der Stadt Danzig, 2 vols. (Danzig 1913 – 1918).

Sipman, A., Hellend scheprad. Geschiedenis en bouw (Zutphen 1977).

–, Molenbouw. Het staande werk van de bovenkruiers (Zutphen 1975).

Slicher van Bath, B. H., De agrarische geschiedenis van West-Europa 500 – 1850 (Utrecht/Antwerpen 1976³).

–, ‘The rise of intensive husbandry in the Low Countries’, in: J. S. Bromley and E. H. Kossmann (eds.), Britain and the Netherlands, 1 (London 1960) 130 – 153.

Sliggers, B. C. ‘Honderd jaar natuurkundige amateurs in Haarlem’, in: A. Wiechmann and L. C. Palm (eds.), Een elektriserend geleerde. Martinus van Marum 1750 – 1837 (Haarlem 1987) 67 – 103.

Sloof, J. H. M., ‘De duikers en volmolens te Gouda en de gevolgen daarvan voor Rijnlands waterstaat’, in: Ludy Giebels (ed.), Waterbeweging rond Gouda (Leiden 1988) 25 – 38.

Sloos, Louis Ph., ‘Van den Turk doodgeschoten. De Rotterdamse uitvinder Cornelis Redelykheid (1728–1788) en de «verdediging van Nederland» ’, Rotterdams Jaarboekje, 11de reeks (2004) 190 – 204.

Smit, W. J., De katoendrukkerij in Nederland tot 1813 (Rotterdam 1928).

Smith, J. G., The origins and early development of the heavy chemical industry in France (Oxford 1979).

Smith, W. D., ‘The function of commercial centers in the modernisation of European capitalism: Amsterdam as an information exchange in the seventeenth century’, Journal of Economic History, 44 (1984) 985 – 1005.

Smits, J. P., E. Horlings and J. L. van Zanden, Dutch GNP and its components, 1800 – 1913 (Groningen 2000).

Sneep, J., H. A. Treu and M. Tydeman (eds), Vesting. Vier eeuwen vestingbouw in Nederland (Zutphen 1982).

Snelders, H. A. M., ‘Chemistry at the Dutch universities, 1669 – 1900’, Academiae Analecta, 48 (1986) 69 – 75.

–, ‘Professors, amateurs, and learned societies. The organization of the natural sciences’, in: Margaret C. Jacob and Wijnand W. Mijnhardt (eds.), The Dutch republic in the eighteenth century. Decline, enlightenment and revolution (Ithaca 1992) 308 – 323.

–, De geschiedenis van de scheikunde in Nederland. Van alchemie tot chemie en chemische industrie rond 1900 (Delft 1993).

Sneller, Z. W., ‘De opkomst der Nederlandsche katoenindustrie’, Bijdragen voor de Vaderlandsche Geschidenis en Oudheidkunde, 6de reeks, 4 (1926) 237 – 274, 5 (1927) 101 – 113.

–, ‘Een mechanische katoenspinnerij in Nederland in het laatst der 18e eeuw’, Bijdragen voor de Vaderlandsche Geschidenis en Oudheidkunde, 7de reeks, 1 (1931) 167 – 188.

–, Rotterdams bedrijfsleven in het verleden (Amsterdam 1940).

Soest, H. A. B. van, ‘Concernerende de kunst van ’t goudleer’, in: F. Scholten